Ernst Ottens, secretaris van SUN Groningen en Drenthe, opent de bijeenkomst.
Het thema van deze middag is de effectiviteit van de vangnetfunctie waar de sociale voorzieningen in Nederland om bekend staan. Hij kondigt voor deze middag een aantal professionele actrices aan die twee waargebeurde verhalen gaan naspelen waarin dit vangnet op bijzondere wijze tot uiting komt. Vervolgens geeft hij de microfoon aan Eelco Eikenaar, namens de SP gedeputeerde in de Staten van Groningen.
Eelco Eikenaar heet de aanwezigen van harte welkom in de oudste nog als zodanig in gebruik zijnde Statenzaal van Nederland.
Hij stelt verder dat armoede in een rijk land als Nederland feitelijk geen bestaansrecht heeft, maar dat, nu die wel degelijk bestaat, het goed is dat SUN bestaat.
Vervolgens wenst hij de aanwezigen een plezierige middag waarna hij de microfoon doorgeeft aan Elly Pastoor, voorzitter van SUN Groningen en Drenthe.
Elly Pastoor benadrukt het bestaansrecht van SUN en meldt kort de aanwezigheid van Andries de Jong, die aan de wieg van SUN heeft gestaan. Verder gaat ze in op de cijfers van 2018, die overigens een lichte daling ten opzichte van 2017 te zien geven, zowel in het aantal aanvragen als qua verstrekte bedragen. Zo zijn er in 2018 375 aanvragen ingediend, voornamelijk voor de kosten van woninginrichting, stoffering en huishoudelijke apparatuur. WIJ Groningen heeft de meeste aanvragen ingediend (57), gevolgd door de GKB (28), Humanitas (18) en MEE (9). Voor een uitgebreider overzicht van de cijfers verwijst zij naar de Kernkaart 2018.
Zij spreekt als interessante overweging uit of je als gemeente ten behoeve van burgers zou moeten bijdragen aan de kosten van hun premie zorgverzekering, om zodoende meer mensen naar de tandarts te krijgen.
Verder benadrukt zij de noodzaak van goede voorlichting door SUN en het goed doorverwijzen naar voorliggende voorzieningen.
Zij meldt nog dat de provincies Groningen en Drenthe momenteel voor respectievelijk 91 en 18% gedekt zijn door SUN.
Tenslotte bedankt zij de deelnemende gemeenten en de fondsen, en noemt met name het Hazewinkelfonds voor de nauwe en vruchtbare samenwerking.
Er volgt een kort intermezzo waarin theatermaakster Alies Faber Ernst Ottens, kenner van de sociale wetgeving, en Eelco van Es, filosoof, ondervraagt over de vangnetfunctie. De crux van dit interview is feitelijk gelegen in de opmerking van Ernst, die met de Participatiewet en de Wmo in de hand aantoont dat beide wetten de uitvoerende medewerkers voldoende mogelijkheden bieden om maatwerk te leveren, hetgeen nu vaak niet gebeurt. Alies Faber kondigt aan dat het tijd is voor de actrices Eva en Jildou. Zij gaan twee waargebeurde verhalen naspelen.
Het eerste verhaal gaat over een gezin met een kind dat lijdt aan een ernstige overgevoeligheid van de huid voor daglicht.
De feiten op een rij:
Het gezinsinkomen bedraagt € 2200,- per maand. Maar omdat men voor het kind voortdurend kosten moet maken, onder andere voor UV-maskers en speciale wasmiddelen, heeft men inmiddels ook fors op het spaargeld ingeteerd.
De beide actrices laten in de respectievelijke rol van aanvragende moeder en medewerkster van de diverse instanties zien, dat het gezin zowel bij de zorgverzekeraar, als bij de gemeente (Wmo en Bijzondere bijstand) achtereenvolgens nul op het rekest krijgt. Bij de zorgverzekeraar zelfs ook nog in tweede instantie. De Bijzondere bijstand wordt afgewezen vanwege het ‘te hoge’ maandelijkse inkomen.
Vervolgens worden alle zaken eens goed op de rij gezet voor dit acute probleem waarvoor een structurele oplossing nodig is. Het publiek wordt in de discussie betrokken waarbij Ernst Ottens nogmaals aangeeft dat zowel de Participatiewet en de Wmo maatwerkvoorzieningen mogelijk maken en dat de Zorgverzekeringswet een coulanceregeling kent.
Hoe dan ook, in deze casus werkte de vangnetfunctie niet.
Het tweede verhaal gaat over een vrouw met een postnatale depressie.
De feiten op een rij:
Deze vrouw ontvangt een bijstandsuitkering (Pwet) en ontvangt daarnaast de nodige toeslagen van de Belastingdienst.
Door haar psychische toestand is er een betalingsachterstand opgetreden bij de nota’s voor de levering van energie. Als gevolg daarvan is haar elektriciteit afgesloten. Voor heraansluiting eist de netbeheerder een bedrag van € 260,-, dat deze vrouw niet kan ophoesten.
De actrices laten zien dat de GKB niet direct een lening verstrekt, maar eerst een grondig onderzoek naar de verdere schuldenpositie van deze vrouw wil instellen om haar eventueel daarna te gaan budgetteren. Dat vindt de vrouw te lang duren en ze zegt dat het nú koud is.
Als zij ten einde raad bij WIJ Groningen aanklopt, is het deze laatste instantie die SUN voor haar benadert. SUN lenigt de nood ten slotte door de heraansluitingskosten te betalen.
Aansluitend vindt er nog een discussie met het publiek plaats waarin onder meer aan de orde komt dat veel problemen ontstaan – én zich ophopen – wanneer betrokkenen niet over een identiteitsbewijs beschikken. De verbazing is groot over het feit dat de kosten van een vervangend identiteitsbewijs in verhouding zo laag zijn en dat desalniettemin de zaak escaleert, omdat niemand in een vroeg stadium de kosten voor zijn rekening neemt.
Elly Pastoor sluit de vergadering met een korte rede waarin zij de aanwezigen meegeeft eens na te denken over het bestrijden van willekeur met behulp van richtlijnen in plaats van met die eeuwige regels. “Laten we eens proberen om honderd regels te veranderen in honderd afspraken!”